(Tekst geldend op: 12-04-2011)
Regeling van de Minister van Economische Zaken van 22 februari 2010, nr. WJZ / 10021076, houdende vaststelling van de bedragen, bedoeld in artikel 27c, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995
De Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 27c, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995;
Besluit:
Artikel 1
Voor deelname aan het examen of de proeve van bekwaamheid dan wel een gedeelte daarvan als bedoeld in artikel 23a van de Rijksoctrooiwet 1995, is verschuldigd:
- a.
- € 375,00 voor toetsing aan het vereiste van artikel 27d, eerste lid, onderdeel a, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995, voor het onderdeel Octrooirecht;
- b.
- € 375,00 voor toetsing aan het vereiste van artikel 27d, eerste lid, onderdeel a, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995 voor het onderdeel Overige intellectuele eigendomsrechten, mededingingsrecht en Europees recht;
- c.
- € 425,00 voor toetsing aan het vereiste van artikel 27d, eerste lid, onderdeel b, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995 voor het onderdeel Praktische vaardigheden A Opstellen van een octrooiaanvrage;
- d.
- € 425,00 voor toetsing aan het vereiste van artikel 27d, eerste lid, onderdeel b, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995 voor het onderdeel Praktische vaardigheden B Verdedigen van een octrooiaanvrage;
- e.
- € 675,00 voor toetsing aan het vereiste van artikel 27d, eerste lid, onderdeel b, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995 voor het onderdeel Praktische vaardigheden C Schrijven van een advies;
- f.
- € 375,00 voor toetsing aan het vereiste van artikel 27d, eerste lid, onderdeel c, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995.
Artikel 2
De Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 19 augustus 2004, nr. WJZ 40441078, houdende vaststelling van de bedragen, bedoeld in artikel 27c van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995 (Stcrt. 167) wordt ingetrokken.
Artikel 3
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 22 februari 2010
De Minister van Economische Zaken,
M.J.A. van der Hoeven