(Tekst geldend op: 12-04-2011)
Wet van 8 juni 2000 tot wijziging van de Mediawet en deTabakswet (implementatie wijziging richtlijn «Televisiezonder grenzen»)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Mediawet en de Tabakswet te wijzigen ter implementatie van richtlijn nr. 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 30 juni 1997 tot wijziging van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten (PbEG L 202);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
[Wijzigt de Mediawet.]
ARTIKEL II
[Wijzigt de Tabakswet.]
ARTIKEL III
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E, aan de Staten- Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van artikel 1, onderdeel yy, en hoofdstuk IVA van de Mediawet en de op dat hoofdstuk berustende bepalingen.
ARTIKEL IV
De tekst van de Mediawet wordt in het Staatsblad geplaatst.
ARTIKEL V
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 8 juni 2000 Beatrix De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
F. van der Ploeg
Uitgegeven de twintigste juni 2000
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals