(Tekst geldend op: 12-04-2011)
Besluit van 8 december 2009, houdende verlenging van de periode in artikel 43e, derde lid, Auteurswet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.
enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 10 november 2009, 5627559/09/6;
Gelet op artikel 43e, derde lid, van de Auteurswet en richtlijn nr. 2001/84/EG van het
Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 27 september 2001
betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk, PbEG
2001, L 272/32;
De Raad van State gehoord (advies van 19 november 2009, nr. W03.09.0475/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 2 december 2009, nr.
5630757/09/6;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
De in artikel 43e, tweede lid, Auteurswet bedoelde periode wordt verlengd tot 1 januari 2012.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 8 december 2009 Beatrix De Minister van Justitie ,
E. M. H. Hirsch Ballin
Uitgegeven de vijftiende december 2009
De Minister van Justitie ,
E. M. H. Hirsch Ballin